- rechte stukken los lopen
- kruipen op handen en voeten
- zich op poep verplaatsen met iets in de hand
- voorwerpen in-op-onder en uit iets stoppen of halen
- teken maken voor 'nog', trommel, broek en 'wasmachine'
- het juiste voorwerp geven op 'waar is?' (pop, beer, beker, tut?)
- dierengeluiden 'beer', 'aap' en 'kip'